In
het park van het domain van Vilain XIIII staan prachtige bomen.
Reeds heel vroeg spreekt men over de 'kastanjedreef' ... Deze is
achteraan in het park gelegen, evenwijdig met het domein van het
Emmanuelle ziekenhuis. Je treft in het park een honderdtal tamme
kastanjes. Deze bomen zijn de pleisterplaats voor een grote kauwenkolonie.
Op een
oude postkaart van "de Sacré Coeur"
bemerken we nog een ceder
(zie foto hiernaast).
Deze cederboom is spijtig genoeg uitgewaaid tijdens een storm.
Cederbomen behoren tot de familie van de Pinaceae. De ceders hebben
naaldvormige, blijvende, donkergroene bladeren; de takken die zich in
opeenvolgende dichte lagen uitspreiden, geven aan de boom een majestueus
aanzien. De boom kan tot 40 m hoog worden en bereikt een diameter van 3 m.
|
|
 |
|
Maar
de meest opmerkelijke boom die we er aan treffen is ongetwijfeld de
Sequoiadendron
(mammoetboom -
sequioa giganteum) Deze
altijdgroene naaldboom (conifeer) is inheems aan de westkust van Noord-Amerika.
Hij
is van de familie van de moerascipresachtigen.
Heeft een kegelvormige stam en kroon en zeer dikke, roodbruine, zachte,
vezelige schors.
Deze soort kan meer dan 100 m hoog en meer dan 8 m dik worden.
(de boom op het domein Vilain XIIII is wel de top afgezaagd).
De dikke bast beschermt de boom tegen
verbranding.
Naar men zegt werd deze boom aangeplant als bliksemafleider, omdat hij zo
hoog groeide.
De naalden staan tweerijig en zijn 2 tot 3 cm lang en donkergroen.
De kegels zijn ovaal, donker- tot zwartbruin en 1,5 tot 2,5 cm lang.
Het hout wordt, evenals de boom, vaak redwood genoemd. Het is zeer
duurzaam en werd vroeger bijvoorbeeld gebruikt voor de bouw van
broeikassen.
Fossiele vondsten hebben aangetoond dat in vroegere aardperioden veel
meer Sequioadendron-soorten bestonden en dat dit geslacht ook
voorkwam in Europa.
|